Achter een grote steen

Mijn to-dolijst is zo lang dat ik Sara om half vijf meeneem naar een café. ‘Ik ben licht hysterisch. Volgende maand starten we in de testmarkt. Het team heeft keihard gewerkt. En we zijn er nog lang niet’, verzucht Sara. ‘Ik kan eigenlijk helemaal niet weg!’ Gin-tonic lijkt het enige recept. Ergens heen gaan om te kletsen in plaats van je overstromende mailbox bijwerken voelt als verraad. Of in ieder geval als weglopen. Het werk is niet af. Maar het kan soms niet anders. Dit jaar lijkt het drukste jaar ooit. Midden in de transformatie na een fusie, en ik heb twee banen tegelijk. De rest van het jaar zal niet makkelijker worden. Dus denken dat ik straks uit kan puffen als dit klaar is, dat de baas dan wel zal zeggen dat we even vrij mogen nemen, is naïef. Waarom denk ik dat dan toch? Verandering en drukte zijn de enige zekerheid die we lijken te hebben.

In mijn volle mailbox, die ik de volgende ochtend dan toch bekijk, zit een boektip, Your job survival guide, thriving in change - Robert Guenther. Van oudsher gaan we met verandering of een plotselinge deadline om alsof we aan boord van een trein of een boot werken. We doen onze eigen taak, de baas geeft een order en zet de koers uit voor iedereen. Alle hens aan dek. 72 uur doorhalen, niet slapen, een afhaalpizza. De oplossing wordt gevonden en het gevaar is geweken. Iedereen gaat terug naar de oude routine. Even op adem komen, even vrij nemen. Of vrij krijgen. Maar voordat dat kan, is helaas de volgende piek alweer begonnen. Dus je rust nooit uit.

Het boek zegt dat je in een constant veranderende omgeving de chaos niet moet ondergaan maar moet ‘bevaren’, zoals een peddelaar de Zambezi aanpakt. Door het gebulder van de stroom kan niemand commando’s geven en zoeken alle kano’s ieder voor zich de beste manier om samen stroomafwaarts te gaan. Dansend over de witte koppen, met grote behendigheid en souplesse. Nodig om niet om te slaan. Achter die grote steen is altijd luwte. Daar wacht de peddelaar even, komt op adem en stort zich in het volgende geweld. Waarschijnlijk met een grote grijns op het gezicht. Ik bel Sara: ‘We waren gisteren helemaal niet aan het spijbelen, we waren aan het peddelen!’

Stroom in schieten, even de luwte vinden, diep ademhalen en het geraas weer opzoeken. Mij krijgen ze niet meer gek. Ik bevaar de Zambezi. En neem wat vaker een gestolen moment van gezelligheid, terwijl mijn werk niet af lijkt. Ik zit gewoon even achter een steen, me voor te bereiden op mijn volgende spurt. Dus ik ben aan het werk en niet aan het verzaken.

Het Financieële Dagblad 19-05-2009

090519+fd+gin+tonic+en+peddelen.jpg
Previous
Previous

Is het gas uit?

Next
Next

Smaller wordt ie niet